Duizenden vliegtuigen stijgen en landen elke dag op de luchthaven van Doha, de hoofdstad van Qatar. Het kleine land aan de Perzische Golf is een belangrijk doorvoerland tussen Europa en Azië en heeft zichzelf daarom de suggestieve titel “Gateway to the World” gegeven. En zelfs ik kan het gevoel hier echt tussen werelden te lopen niet helemaal van me afschudden. Qatar, het rijkste land ter wereld, blijft voor mij ongrijpbaar, zelfs na deze intense vierdaagse reis – maar des te fascinerender.
Onder de meedogenloos hete zon aan de Perzische Golf vind je aan de ene kant: verlaten landschappen, constant bedekt met een zachte, zanderige filter. En een paar kilometer verder: een bruisende, glinsterende hoofdstad, waar glasconstructieprojecten van de ene op de andere dag de lucht in schieten en de straten wemelen van luxe SUV’s met airconditioning. Tegen het eentonige woestijnlandschap lijkt de schijnbaar grenzeloze rijkdom van de Qatari’s bijna absurd.
Een stad van glas en goud
Iedereen met hoogtevrees kan deze rijkdom bijvoorbeeld bewonderen vanaf het dak van het 48 verdiepingen tellende Shangri-La Hotel. Als je het warme klimaat aankunt, kun je ook yogacursussen boeken met een adembenemend uitzicht. De 2,6 miljoen Qatari’s die hier te zien zijn, schommelen ergens tussen westerse invloed en diep conservatieve, traditionele opvattingen. Amerikaanse hitparades zijn op de radio en gin-tonic en rosé uit Frankrijk stromen van donderdag tot en met zaterdag in de bars van internationale hotels. En toch is dit een emiraat – een absolute monarchie waarin de emir zowel uitvoerende als wetgevende macht uitoefent. De islam is de staatsgodsdienst, de sharia de belangrijkste bron van wetgeving. Voor de realiteit van het leven in Qatar betekent dit dat kritiek op de emir vrijwel onmogelijk is.
De ongeveer 300.000 inheemse Qatari’s in het land hebben daar echter weinig reden voor: de gigantische olie- en gasreserves van het land helpen hen een leven van pure luxe te leiden. De rechten van vrouwen zijn nog steeds beperkt, maar zijn de afgelopen jaren verbeterd (vooral in vergelijking met de buurlanden van Qatar): Qatarese vrouwen mogen stemmen, studeren, autorijden, politieke functies bekleden – en zijn niet verplicht om een sluier te dragen (niettemin , ongeveer 90 procent draagt het een hoofddoek). Mannen hebben hier echter nog steeds een superieure status: meervoudige huwelijken met maximaal drie vrouwen zijn legaal – een recht dat de emir zelf opeist. Het staatshoofd liet in Doha drie paleizen bouwen voor zijn drie vrouwen.
Museum voor Islamitische Kunst
Doha is echter ook de thuisbasis van enkele van de belangrijkste culturele instellingen op het Arabische schiereiland – zoals het Museum voor Islamitische Kunst.
Het indrukwekkende gebouw (dat aan de buitenkant doet denken aan een gesluierde vrouw – herken je haar?) is ontworpen door de inmiddels overleden Chinese sterarchitect Ieoh Ming Pei, die overigens verantwoordelijk is voor de beroemde glazen piramide op de binnenplaats van het oa Louvre. De collectie omvat duizenden werken uit meer dan 1400 jaar islamitische geschiedenis – en is zeker een bezoek waard vanwege de opwindende architectuur.
Sheikh Faisal Bin Qassim Al Thani Museum
Iets verder buiten Doha is een ander hoogtepunt: het Sheikh Faisal Bin Qassim Al Thani Museum – een privécollectie van de Sheikh met dezelfde naam (een achter-achterkleinzoon van Sheikh Jassim bin Mohammed Al Thani, de eerste emir van Qatar) . Op een gigantische oppervlakte van 17.000 vierkante meter heeft het lid van de koninklijke familie sinds eind jaren ’90 zo’n beetje alles verzameld, van diamanten tot Perzische tapijten, antieke wapens, meubels en auto’s.
Een reis naar de zandzee van Qatar
Op een paar kilometer van het museum bereik je al de stadsgrenzen – en het begin van een schijnbaar eindeloze zee van zand waar de Qatari’s in hun vrije tijd jagen, autoraces rijden – of een (meestal geklimatiseerde, moderne !) woestijnkamp langs de kust. We rijden in een terreinwagen met onze gids Hameed (een aanrader trouwens, je kunt hier tours bij hem boeken!) langlaufen en met adembenemende snelheid over metershoge duinen naar de binnenzee Khour al-Udaid, waar de Perzische Golf diep in de woestijn doordringt, en verder naar de kust, waar de Perzische Golf een badwarme 28 graden meet.
Doha bij nacht
Op de terugweg haalt een zandstorm ons in en legt plotseling een zanderige sluier over de wereld. In combinatie met de avondzon wordt de bewolkte hemel een klein kunstwerk. Ik vind Qatar nu het leukst: als de zon langzaam ondergaat, als de temperaturen een beetje dalen. Dan komen de straten van Souq Waqif, de oudste soek van de stad, tot leven. Mensen komen hier ’s avonds samen om te wandelen, dammen te spelen, shisha te roken. Hier kun je specerijen en valken kopen (het favoriete huisdier van de Qatari’s) of dineren bij een van de straatkraampjes. Degenen die willen ontsnappen aan de drukte van de markt, kunnen ook de kleurrijk verlichte skyline van de stad bewonderen op de promenade van Doha. Voor een nog beter zicht maak je een tochtje op een van de dhows (traditionele houten zeilschepen) die hier aanmeren.
Na vier dagen in Qatar kom ik terug met zoveel indrukken dat ik er waarschijnlijk een boekje over zou kunnen schrijven. Eén ding is zeker: Doha – “de poort naar de wereld” – is op zich al een bezoek waard. Uiterlijk voor het WK voetbal, dat hier in 2022 plaatsvindt, zullen we waarschijnlijk meer horen over het kleine land aan de Perzische Golf…